Threshold 4 gaat over ons zonnestelsel en de aarde. De ingrediënten voor deze threshold zijn nieuwe chemische elementen, wolken van chemisch rijke stoffen en nieuw vormende sterren. De Goldilock Conditions voor deze threshold zijn zwaartekracht, aangroei en plotselinge botsingen. Dit zorgt voor het creëeren van milieu's waar elementen verzamelen, combineren en chemische bindingen vormen. Deze ingrediënten en Goldilock Conditions samen zorgen voor het ontstaan van astronomische lichamen, die chemisch meer rijk zijn dan sterren. Dit zijn dan lichamen als planeten, planetesimals, kometen en natuurlijk ons zonnestelsel. 98% van het universum bestaat nu uit waterstof en helium. De rest (2%) bestaat uit al de andere elementen van het periodiek systeem. Dit, dankzij threshold 3.
Vroeger zag de atmosfeer en natuurlijk niet uit, zoals hij er als de dag van vandaag eruitziet. Het was heel anders. Toen de aarde pas ontstond, was het zonnestelsel een gevaarlijke plaats. Door allerlei processen is de aarde en het zonnestelsel geworden, zoals ze nu zijn. Verschillende tijdperken hebben daaraan bijgedragen.
De aarde heeft natuurlijk een aardkorst en wist je dat stoffen zoals goud uit de aardkorst worden gehaald?
De aarde is constant in beweging. 250 miljoen jaar geleden zaten alle contineten aan elkaar vast. Doordat de tektonische platen bewegen, zijn de contineten als het ware van elkaar weggegaan.
De geologie speelt een hele belangrijke rol bij bepaalde processen van de aarde, zoals de beweging van de tektonische platen. De geologie bestudeert dit allemaal. Je hebt dan ook geologen die processen van de aarde bestuderen en je hebt geologen die het verleden van de aarde bestuderen. Er wordt door middel van instrumenten naar rotsen gekeken om de geschiedenis van de aarde te achterhalen. De massaspectometrie zorgt bijvoorbeeld voor het bepalen van de leeftijd en de samenstelling van een rots. De belangrijkste vraag in de geologie is wel: hoe beschermen we de aarde?
Periodisatie is het hakken van de geschiedenis in stukjes.
In de geologie heb je verschillende perioden, zoals bijvoorbeeld de eons en de eeuwen.
Geologie heeft mij altijd al wel geïnteresseerd, omdat ik het wel belangrijk vind hoe de aarde in haar werk gaat. Processen als de beweging van de platen en Pangea vind ik wel interessant om erover te lezen. Wel vind ik het raar hoe geologen zeker zijn van de Pangea, omdat het natuurlijk 250 miljoen jaar geleden was, maar dan denk ik weer dat er vast iets wetenschappelijk zou zijn om aan te tonen dat 250 miljoen jaar geleden alle continenten nog aan elkaar vastzaten. Het maken van de opdrachten ging heel goed. Ik vond het ook leuk, dus dat is ook wel een pluspunt. Ik heb nu ook beter geleerd hoe ik beter kan samenvatten en dat vind ik mooi meegenomen voor de volgende keren.

De vierde threshold gaat over de aarde en het zonnestelsel. De ingrediënten zijn nieuwe chemische elementen, die door wolken van chemische stoffen zijn omringd en nieuwe vormende sterren. Deze wolken draaien in verschillende banen rondom de nieuw vormende ster, wat voor de Goldilock Conditions zorgt. De Goldilock Conditions zijn zwaartekracht, aangroei en botsingen, die zomaar plaatsvonden. Dit creëert milieus waar elementen verzamelen, combineren en chemische bindingen vormen. Samen zorgden ze voor Astronomische lichamen, die meer chemische stoffen bevatten dan sterren: Planeten, Planetesimals, kometen/asteroids. Er ontstonden dus meer complexe structuren, zoals onze zonnestelsel.
De aarde en het zonnestelsel:
Vandaag, ongeveer 98% van de atomaire stof in het universum bestaat uit waterstof en helium. Dankzij threshold 3 is het andere 2% gemaakt uit alle andere elementen in het periodiek systeem. Deze andere elementen kunnen wel tot een ontelbare getal van verschillende vormen van stoffen combineren. Objecten die complexer zijn dan sterren, zouden nu kunnen vormen. Objecten als planeten. Dit was het werk van threshold 4. Planeten zijn bijvoorbeeld gevormd, doordat atomen en moleculen steeds aan elkaar klompen en zo grotere klonten van stof creëeren: accretie/aangroei. Lichte elementen zijn meer in ruime hoeveelheid aanwezig in het universum, maar planeten bestaan voornamelijk uit waterstof en helium (Jupiter en Saturnus). Onze aarde is 4.5 miljard jaar geleden gevormd, doordat andere elementen (dan waterstof en helium) zijn gaan vormen tot vaste planeten door accretie. Deze ingrediënten en Goldilock Conditions hebben dus voor complexere gehelen gezorgd, omdat ze een grotere en betere diversiteit bevatten van chemische stoffen die nog nooit eerder bestonden, zoals de eerste levende organismen.
Ik heb deze opdracht gekozen, omdat ik als beginnertje een introductiefilmpje wilde zien over de aarde en het zonnestelsel om goed binnen te komen over het onderwerp, voor het maken van alle andere opdrachten.
De vroege atmosfeer:
De eerste atmosfeer was 4.55 miljard jaar gevormd. Toen de aarde eerst gevormd was, was het zonnestelsel een gevaarlijke plaats. Grote stukken of rotsen, metaal en ijs smeten in het oppervlak van de aarde. Stoffen botsten en fusseerden. Er was een intense hitte en druk. Stoffen verdampten door botsingen en lieten moederpoelen van magma achter. Veel van de botsingen lieten waterdamp en andere gassen vrij, wat langzamerhand een soort van deken van stoom rondom de vroege aarde vormde. Deze deken van stoom werd mettertijd dikker en vormde de eerste atmosfeer.
Lichtere gassen, als waterstof, lekten in de ruimte, maar de dikkere stoom verzamelde en het vormde een broeikaseffect. Dat zorgde ervoor dat de warmte van de aarde wordt tegengehouden, waardoor de temperatuur op aarde stijgt. Dit heeft ernstige gevolgen: steiging van de zeespiegel, wat overstromingen veroorzaakt. Of bosbranden. Dit is slecht voor het milieu en voor de aarde.
Het broeikaseffect ontstaat eigenlijk als het ware door de industrie in het begin. Fossiele brandstoffen worden verbrand en CO2 en andere broeikasgassen komen de atmosfeer binnen. Deze gassen vormen dan het broeikaseffect en de warmte wordt daardoor dus vastgehouden.
Er waren vele vulkaanuitbarstingen waarbij stoffen als koolstof en methaan vrijkwamen.
In het Archeïcum ontstonden de eerste vormen van leven. Door organismen als cyanobacteriën vond fotosynthese plaats en biologie begon de atmosfeer te ondersteunen.
Tijdens de 'Great Oxidation Event' ontstond de ozonlaag, die het leven op aarde beschermde van de ultraviolette straling van de zon die gevaarlijk is voor het leven op aarde.
Er kwam een toename van zuurstof in de atmosfeer en broeikasgassen verminderden. De hitte werd minder tegengehouden door de atmosfeer en de aarde werd kouder.
De Fanerozoïcum bracht een nog biologischer leven aan aarde. Het leven met dieren en planten begon. Hierdoor nam zuurstof in de atmosfeer toe, omdat er nog meer fotosynthese plaatsvond.
Ik heb deze opdracht gekozen, omdat ik wilde weten hoe de vroege atmosfeer precies in elkaar zat in combinatie met de aarde en het leven op aarde.
De aardkorst:
De aardkorst is opgebouwd uit allerlei elementen. Sterren met een extreem grote massa kunnen zwaardere elementen vormen, bijvoorbeeld goud, als ze zouder worden en sterven in een supernova. In 2012 is ongeveer 165.000 ton goud gewonnen uit de aardkorst. Alle goude mijnen passen in 60 vrachtwagens. Ze wegen als 33.000 olifanten en het is 10 biljard euro waard.
Ik heb deze opdracht en geen andere opdracht gekozen, omdat ik het wel belangrijk vind waar stoffen als goud vandaan komen en wat het eigenlijk waard is. Nu heb ik bijvoorbeeld geleerd dat goud uit de aardkorst wordt gewonnen.
Onze verplaatsende aarde:
Het oppervlak van de aarde bestaat uit tektonische platen. Dat zijn stukjes van de aardkorst en hoogst de aardmantel. De Grote Oceaan bijvoorbeeld, neemt één vijfde van het oppervlak van de aarde in.
In de aarde heb je subductie zones, waar platen onder elkaar schuiven. Een bepaalde circulatie syteem zorgt voor de beweging van de tektonische platen.
Platen groeien net als de groei van je nagels. Dat lijkt langzaam, maar over een lange tijd is dat heel veel. Grote afstanden kunnen afgelegd worden. De Atlantische Oceaan kunnen we bijvoorbeeld in 6/7 uur afleggen met een vliegtuig. De natuur deed er 180 miljoen jaar over om de plaat van de Atlantische Oceaan te creëeren.
Aardbevingen bijvoorbeeld ontstaan doordat twee platen lang elkaar glijden.
250 miljoen jaar geleden waren alle continenten met elkaar verbonden (Pangea). Nu zijn ze van elkaar gescheiden. Nu zijn we 250 miljoen jaar verder en hebben bijna alle continenten een andere plek gekregen, dan dat ze nu hebben. Dit, allemaal met de snelheid van de groei van jouw nagels.
Ik heb deze opdracht gekozen, omdat ik tektonische platen best wel interessant vind. Ik vind het heel interessant dat 250 miljoen jaar geleden alle platen nog aan elkaar vastgebonden waren en nu ze eigenlijk allemaal een andere plek hebben. Wel vind ik het raar hoe wetenschappers dat kunnen weten. Dat doen ze misschien met bepaalde middelen, maar hoe ze er zeker van kunnen zijn. Dat vind ik nogal raar. De platen gaan ook steeds verder uit elkaar en dat allemaal met de snelheid van de groei van jouw nagels.
-Ongeveer 99% van de stof in elke ster vormende gaswolk eindigt in een ster en alleen 1% blijft over voor planeetvorming.
Ik denk dat dit wel waar is, omdat het een stervormige gaswolk is en daardoor meer stof voor de ster overblijft en weinig voor de vorming van een planeet.
-Differentiatie is het proces waar zwaartekracht stoffen in planeten, meteorieten en andere voorwerpen die rond een ontwikkelende ster draaien, samenklontert.
Dit is niet waar. Differentiatie is het proces, waarbij door bijvoorbeeld dichtheidsverschillen de scheikundige elementen in een planeet zich in een bepaald gedeelte van de planeet concentreren.
-Geologen en geschiedschrijvers zien tijd op verschillende manieren.
Dit is wel waar, omdat je bijvoorbeeld in de geologie een andere tijdlijn hebt dan in de geschiedenis. In de geologie heb je bijvoorbeeld de Cenozoïcum, Mesozoïcum etc. In de geschiedenis heb je de middeleeuwen en de prehistorie etc.
-Amerikaanse en Engelse wetenschappers hebben Alfred Wegeners zicht op continentale drift geweigerd, omdat hij in Duitsland had gevochten in de Tweede Wereldoorlog.
Ik denk dat dit wel waar is, omdat ze tegen hem zouden kunnen zijn, waardoor ze zijn zicht niet wilden volgen.
-Elk continent heeft zijn eigen tektonische plaat.
Dit is wel waar, omdat Zuid-Amerika bijvoorbeeld de Zuid-Amerikaanse plaat heeft en Afrika heeft de Afrikaanse plaat.
Ik heb deze opdracht gekozen, omdat ik het wel leuk vond, dat je je antwoorden kon ondersteunen, door middel van argumenten. Ik krijg daardoor een beter beeld over het onderwerp. Hierdoor heb ik deze opdracht gekozen.
Introductie in de Geologie:
Je hebt twee soorten aspecten in de geologie:
-Geologen die de processen van de aarde bestuderen.
-Geologen die het verleden van de aarde bestuderen.
De geschiedenis van de aarde is achter te halen uit rotsen. Gassen en vloeistoffen veranderen, maar vaste stoffen veranderen niet. Rotsen zijn vaste stoffen. De atmosfeer en de oceanen zijn dus te vergeten, maar rotsen niet, omdat ze dus vaste stoffen zijn en niet veranderen.
Voor het studeren van rotsen zijn er verschillende instrumenten:
-De elektrische microprobe voor gedetailleerde, chemisch onderzoek van alleen al een korrel van een rots.
-De elektrische microscoop voor het zien van hele kleine dingen, die met een normale miscroscoop ook niet kunt zien.
-De massaspectometrie helpt voor het bepalen van de leeftijd en de samenstelling van de rots.
Grote vragen die er zijn in de geologie zijn:
-Waarom heeft alleen onze aarde tektonische platen en continentale drift en alle andere planeten niet?
-Wat zorgt voor het drijven van de platen?
-Wat gebeurt er wanneer twee continenten tegen elkaar aan botsen?
De belangrijkste vraag in de geologie is wel: ''Hoe beschermen we de aarde?''
Ik heb deze opdracht gekozen, omdat ik nogal wel iets wist over de geologie, maar wel geïnteresseerd was over wat ik misschien nog kon leren. Vandaar dat ik deze video heb gekozen.
Introductie van de Geologische tijdlijn:
Periodisatie is simpelweg het hakken van de geschiedenis in stukjes.
Tijdperken als de Renaissance, die niet op precieze tijden begonnen en eindigden zijn informeel. Tijdperken in de geologie zijn wel formeel, omdat ze concreet en bepaald zijn.
De formele geologische perioden zijn:
Eons: 500 miljoen jaar of meer.
Eras: honderden, miljoenen jaren.
Perioden: veel tientallen miljoenen jaren.
Epochs: tientallen miljoenen jaren.
Eeuwen: miljoenen jaren.
De vier eons zijn:
-Hadeïcum
-Archeïcum
-Proterozoïcum
-Fanerozoïcum
In de Hadeïcum werd de aarde samengevoegd en vielen er meteorieten op aarde. Hierdoor werd de aarde heel erg warm, waarbij er zelfs plekken waren die smeltten. Na het samengroeien van de aarde was de aarde een stille plek.
Er zijn twee eons, die de Hadeïcum bedekten: de Archeïcum en de Proterozoïcum. In de Proterozoïcum was er zichtbaar leven, door de aanwezige fossielen. Er was leven, zoals dieren en planten. De aarde een snelle verandering aan het begin van de Hadeïcum. Wel had het een langzame verandering in de Archeïcum en de Proterozoïcum, omdat de aarde toen afkoelde. In de Proterozoïcum verandere dat weer. Toen was er weer een snelle verandering, omdat er leven zichtbaar was in die eon. Nu bijvoorbeeld, is er ook een snelle verandering door de menselijk technologische beschaving.
Wat bijzonder is van de periode Ordovicium is dat er op de plek van de Sahara honderden miljoenen jaren gletsjers waren, terwijl het er nu gloedheet is. Ook hebben wij als het ware souvenirs van de Ordovicium. Toen zijn de kaken geëvolueerd. Honderden miljoenen jaren later, nu, hebben wij nog steeds kaken, waarmee wij als mensen eten, gapen of bijvoorbeeld kussen.
Ik heb deze opdracht (video) gekozen, omdat ik bij de vorige opracht ook dezelfde man had en zijn verhalen en de manier van vertellen wel leuk vond. Ook wilde ik meer leren over de geologische tijdlijn.
Maak jouw eigen website met JouwWeb